-
1 European Economic Community: EEC
Europese Economische GemeenschapEnglish-Dutch technical dictionary > European Economic Community: EEC
-
2 communauté
communauté [kommuunootee]〈v.〉3 klooster♦voorbeelden:communauté économique européenne • Europese Economische Gemeenschapcommunauté européenne du charbon et de l'acier • Europese Gemeenschap voor Kolen en Staalposséder qc. en communauté avec qn. • iets samen met iemand bezittenf1) gemeenschap2) broederschap3) klooster -
3 Wirtschaftsgemeinschaft
Wirtschaftsgemeinschaft〈v.〉♦voorbeelden: -
4 Common Market
Gemene Best, Unie van aantal Europese landen met als doel bevordering van vrije markt tussen landen van deze unie en hetzelfde belastingbeleid betreffende invoer uit landen die er geen lid van zijngemeenschappelijke markt, Europese (Economische) Gemeenschap -
5 European
adj. Europees, betr. Europa--------n. Europeër, bewoner v. Europa[ joeərəpiən]♦voorbeelden:1 European (Economic) Community • Europese (Economische) Gemeenschap, E(E)GEuropean Union • Europese Unie, EU -
6 European Common Market
de Europese Economische Gemeenschap (vereniging v.d. meeste West-Europese landen) -
7 ЕЭС
abbrgener. (Europese Economische Gemeenschap) EEG -
8 European (Economic) Community
Europese (Economische) Gemeenschap, E(E)G -
9 common
adj. gemeen, gemeenschappelijk; gewoon; algemeen--------n. openbaar gebiedcommon1[ kommən]♦voorbeelden:2 out of the common • ongewoon, ongebruikelijk¶ in common • gemeenschappelijk, gezamenlijkin common with • evenals, op dezelfde manier alsII 〈 meervoud〉————————common2〈bijvoeglijk naamwoord; commonness〉1 gemeenschappelijk ⇒ gemeen, gemeenzaam3 gewoon ⇒ algemeen, gebruikelijk, gangbaar4 ordinair♦voorbeelden:Common Market • gemeenschappelijke markt, Europese (Economische) Gemeenschapcommon property • gemeenschapsgrond, gemeenschappelijk eigendomit's very common • het komt heel vaak voorfor the common good • in het algemeen belang3 the common herd • de meute/massathe common man • de gewone man, Jan met de petcommon people • gewone/doorsnee mensen¶ common carrier • vervoersbedrijf, busondernemingmake common cause with • gemene zaak maken metcommon divisor, common factor • gemene delercommon ground • overeenstemming, punt van overeenkomstcommon law • gewoonterecht, ongeschreven recht(The Book of) Common Prayer • anglicaanse liturgiecommon sense • gezond verstand〈Brits-Engels; juridisch〉 Common Serjeant • 〈 ongeveer〉 advocaat-generaal 〈 bij Londens gerechtshof〉common time • (doorgeslagen) vierkwartsmaatcommon viper • adder -
10 EEC
EEG, Europese Economische GemeenschapEEC (European Economic Community) -
11 communauté économique européenne
communauté économique européenneDictionnaire français-néerlandais > communauté économique européenne
-
12 CEE
CEE [seeəə]〈v.〉 〈 afkorting〉 -
13 Europäische Wirtschaftsgemeinschaft
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Europäische Wirtschaftsgemeinschaft
См. также в других словарях:
European Economic Community — EEC redirects here. For other uses, see EEC (disambiguation). This article is about the multinational organization established in 1957 and became part of the first European Union pillar from 1993 to 2009. For the collective of the three European… … Wikipedia